NEUSPOLIEPEN

Polyposis nasi

Deze pagina treft u meer informatie over neuspoliepen (polyposis nasi).

Wat zijn neuspoliepen?

Boven, onder en tussen de ogen bevinden zich holle ruimten in het hoofd, de zogenaamde neusbijholten (zeefbeenholten) of sinussen, die in directe verbinding staan met de neusholte.

Neuspoliepen zijn goedaardige zwellingen van het neusslijmvlies, die meestal ontstaan in deze sinussen en de poliepen zakken er als een soort “slijmvlieszakje” uit tot in de neus

De oorzaak voor het ontstaan van neuspoliepen is nog grotendeels onbekend. Er zijn factoren die de kans op neuspoliepen groter maken:

  • allergische aanleg;
  • chronische ontsteking van het neus- en neusbijholteslijmvlies;
  • overactief reagerend neusslijmvlies;
  • patiënten die lijden aan astma, met name in combinatie met intolerantie voor aspirine.

Neuspoliepen ontstaan bijna nooit op kinderleeftijd. De terminologie is dan ook verwarrend omdat er bij kinderen soms gesproken wordt van ‘de amandelen en de poliepen’. Bij kinderen wordt met de ‘poliepen’ eigenlijk de neusamandel bedoelt, die zich in de neuskeelholte achter de neus bevindt en dus niets met de sinussen te maken heeft.

Wat voor klachten veroorzaken neuspoliepen?

De belangrijkste klachten zijn neusverstopping, regelmatig optredend verkouden gevoel en een verminderde reuk en smaak. Minder vaak bestaan er klachten van hoofdpijn met een vol gevoel in het hoofd. Verder blijkt dat een aandoening van de bovenste luchtwegen (neus en neusbijholten) veelal een nadelig effect heeft op het functioneren van de onderste luchtwegen (longen).

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Wanneer u bij de NKO-arts komt met bovengenoemde klachten zal deze een nasale endosopie (neusendoscopie) doen. Dit is een kortdurend, poliklinisch onderzoek waarbij (met of zonder plaatselijke verdoving) met een dun kijkbuisje hoger en dieper in de neus kan worden gekeken. Bijkomend wordt een CT-scan gepland.

Wat is de behandeling van neuspoliepen?

Er zijn verschillende behandelingen. De keuze tussen de diverse vormen van behandeling is afhankelijk van de klachten en ook van de uitgebreidheid van de neuspoliepen.

Medicatie

Behandeling met een corticosteroïde-bevattende neusspray kan een duidelijke verkleining van de poliepen en een vermindering van de klachten geven. Het is in principe geen bezwaar deze sprays jarenlang te gebruiken. Men kan er echter niet vanuit gaan dat hiermee in alle gevallen de neuspoliepen verdwijnen. Corticosteroïden (bijvoorbeeld prednison) kunnen ook in tabletvorm worden toegediend en geven vaak een opmerkelijke verbetering van de klachten. Deze toedieningsvorm van corticosteroïden mag vanwege de bijwerkingen slechts kortdurend zijn.

Operatie

(Endoscopische) neusbijholteoperatie (FESS): Bij deze operatie worden, onder algehele verdoving, poliepen uit zowel de neus als de neusbijholten verwijderd.

Kans op een succesvolle behandeling?

Bij sommige patiënten blijken neuspoliepen, ondanks behandeling met medicijnen en operatieve verwijdering, weer terug te komen. Meestal wordt na de operatie langdurig een corticosteroïd-bevattende neussprays gegeven, waardoor neuspoliepen mogelijk minder snel terugkomen. Ook is het in verband hiermee noodzakelijk een eventueel aanwezige allergie en ontstekingen te behandelen. Behandeling van de aandoening van de bovenste luchtwegen heeft vaak een gunstig effect op het functioneren van de onderste luchtwegen.

Kunnen neuspoliepen kwaadaardig zijn?

Er bestaan kwaadaardige massa’s in de neus, gelijkend op neuspoliepen, maar deze komen zeer zeldzaam voor. Wanneer een poliep een niet geheel normaal uiterlijk heeft en/of maar éénzijdig voorkomt, is het vaak aangeraden om de poliep geheel of gedeeltelijk te verwijderen, zodat door de anatomopatholoog (weefseldeskundige) weefselonderzoek kan worden gedaan. Zodoende kan met zekerheid worden vastgesteld of er sprake is van gewone neuspoliepen of van kwaadaardige neuspoliepen. Eén van deze zeldzame afwijkingen die op een poliep kan gelijken is bv. het zogeheten ‘inverted papilloma’, dat vrijwel altijd eenzijdig voorkomt. Deze tumor recidiveert bij 15-25% na verwijdering en ontaardt kwaadaardig (maligne) in 1-3% van de gevallen. Ook carcinomen (maligne woekering van epitheelcellen) komen zeer, zeer zelden voor met een verhoogde kans bij mensen die vroeger met houtstof (bv meubelmaker) gewerkt hebben.