ALLERGIE

Wat is allergie?

Allergie is een overgevoeligheidsreactie van het immuunsysteem van het lichaam op onschadelijke stoffen, allergenen genoemd. De meest bekende inhalatie-allergenen (allergische stofjes die je binnen krijgt bij ademen via neus of mond) zijn gras- en boompollen, huidschilfers van kat en hond, huisstofmijt en schimmels.

Klachten (‘allergische rhinitis’) bestaan uit neusloop, niezen, tranende en jeukende ogen en neusobstructie (verstopping). Ook niet-allergische maar prikkelende stoffen (airco, rook, temperatuursverschillen) kunnen klachten geven (‘niet-allergische of vasomotore rhinitis’), en ook verkoudheden kunnen deze klachten geven.

Verscheidene klachten kunnen mede veroorzaakt worden door een allergische rhinitis, zoals versuft gevoel en zwaar hoofd, sinusitis, drukgevoel in de oren en andere.

Allergie testen

Met verschillende prikjes in de huid van de voorarm wordt er gekeken of u reageert op bepaalde allergenen (afhankelijk van de roodheid en zwelling die u lokaal vormt ter hoogte van het prikje). Dit onderzoek kan direct gebeuren tijdens de consultatie en na 10 minuten is de uitslag bekend. De huidpriktesten geven soms meer informatie dan de bepaling van allergie via bloedname. U mag echter geen allergieremmende medicatie hebben ingenomen tot 2 dagen voor de test.

Behandeling

Vermijden van allergenen, bijvoorbeeld:

  • Vermijden van huisstofmijt door onder andere te wassen > 60°, een droge en verluchte slaapkamer, een speciaal bed en kussenovertrek, gladde vloeren,…
  • Vermijden van seizoensgebonden pollen (‘hooikoorts’: gras-, boom- en onkruidpollen): u vindt verschillende pollenkalenders op het internet.

Medicatie

Corticosteroïdhouden neussprays

Zeer efficiënt en veilig vanaf jonge leeftijd, doordat ze lokaal werken en niet in het lichaam worden opgenomen. Een langdurige en dagelijkse behandeling is belangrijk.

Antihistaminica (tabletten of siroop)

Hyposensibilisatie en sublinguale immunotherapie

Wat doet de NKO arts?

Een heftige ernstige neusbloeding die niet te stoppen is met dichtdrukken van de neus kan bij de huisarts, spoed of NKO-arts verder behandeld worden. Er dient dan vaak een tampon of fijne ballon geplaatst te worden.

De NKO-arts zal echter eerst, indien mogelijk, het bloedende oppervlakkig bloedvaatje proberen te vinden en het bloedvaatje chemisch of bipolair coaguleren (dichtmaken of dichtbranden). Dit is normaliter pijnloos, gezien er eerst een watje met verdoving wordt geplaatst. Deze behandeling kan alleen in niet-bloedende omstandigheid worden uitgevoerd.

Bij het plaatsen van het watje met verdoving kan de verdovingsvloeistof via de neus in de keel lopen, zodat ook de keel enigszins verdoofd wordt. U kunt in dat geval echter normaal slikken en ademen; de keel voelt alleen dik aan, maar is niet werkelijk gezwollen. Soms is er ook verdoving van de boventanden en het gehemelte.

U kunt na deze behandeling op eigen gelegenheid naar huis, rekening houdend met bovenstaande adviezen. Mogelijk ervaart u na enige uren een branderig/prikkelend gevoel in de neus; hiertegen kunt u paracetamol innemen. Er wordt maar één kant behandeld om de bloedvoorziening van het kraakbenig neustussenschot niet aan twee kanten te verminderen, want theoretisch kan dit problemen geven of nadelig zijn. Uitzonderlijk is bij deze procedure bij kinderen een korte algemene verdoving of sedatie nodig wegens paniek. U kunt na deze behandeling op eigen gelegenheid naar huis.

Als de neus blijft bloeden of bij een achterste neusbloeding of wanneer de juiste locatie van het bloeden niet te bepalen is, wordt er een tampon geplaatst (bv ivalon, merocel, rapid rhino, ballon tamponade). Een neustampon moet meestal door een (NKO-)arts uit de neus worden verwijderd na 24-72 uur. Soms verloopt dit best binnen een hospitalisatie, maar meestal kan u naar huis met profylactisch antibiotica. Bloeddrukverlaging en indien mogelijk stoppen met bloedverdunnende medicatie kan zinvol zijn, maar moet eerst met de arts besproken worden. Als deze ernstige bloedingen blijven terugkomen, kiezen we er soms voor om tijdens een operatie onder algemene verdoving endoscopisch het aanvoerende bloedvat af te klemmen (endoscopic clipping arteria sphenopalatina) of overleggen we met de interventie radiologie om het aanvoerende bloedvat via de lies te gaan opzoeken (catheterisatie / angiografie) en heel selectief ‘langs binnen’ het bloedvat dicht te spuiten

Wat is de behandeling van neuspoliepen?

Er zijn verschillende behandelingen. De keuze tussen de diverse vormen van behandeling is afhankelijk van de klachten en ook van de uitgebreidheid van de neuspoliepen.

Medicijnen

Behandeling met een corticosteroïde-bevattende neusnevel of -druppels kan een duidelijke verkleining van de poliepen en een vermindering van de klachten geven. Het is in principe geen bezwaar deze medicijnen jarenlang te gebruiken. Men kan er echter niet vanuit gaan dat hiermee in alle gevallen de neuspoliepen verdwijnen. Corticosteroïden (bijvoorbeeld prednison) kunnen ook in tabletvorm of als injectie worden toegediend en geven vaak een opmerkelijke verbetering van de klachten. Deze toedieningsvorm van corticosteroïden mag vanwege de bijwerkingen slechts kortdurend zijn.

Operatie

Twee operaties worden regelmatig verricht bij patiënten met neuspoliepen.

  • Poliepextractie: Hierbij wordt, meestal onder plaatselijke verdoving, dat deel van de poliep verwijderd dat in de neus zichtbaar is. Het deel dat in de zeefbeenholte zit kan op deze manier niet worden verwijderd.
  • (Endoscopische) neusbijholteoperatie (FESS): Bij deze operatie worden, onder plaatselijke of algehele verdoving, poliepen uit zowel de neus als de neusbijholten verwijderd.

Kans op een succesvolle behandeling?

Bij sommige patiënten blijken neuspoliepen, ondanks behandeling met medicijnen en operatieve verwijdering, weer terug te komen. Dit is na poliepextractie vaker het geval dan na (endoscopische) neusbijholtechirurgie. Meestal wordt na de operatie langdurig een corticosteroïd-bevattende neusnevel gegeven, waardoor neuspoliepen mogelijk minder snel terugkomen. Ook is het in verband hiermee noodzakelijk een eventueel aanwezige allergie en ontstekingen te behandelen.

Behandeling van de aandoening van de bovenste luchtwegen heeft vaak een gunstig effect op het functioneren van de onderste luchtwegen.

Kunnen neuspoliepen kwaadaardig zijn?

Er bestaan kwaadaardige neuspoliepen, maar deze komen zeer zeldzaam voor. Wanneer een poliep een niet geheel normaal uiterlijk heeft en/of maar éénzijdig voorkomt, is het altijd noodzakelijk om de poliep geheel of gedeeltelijk te verwijderen, zodat door de patholooganatoom (weefseldeskundige) weefselonderzoek kan worden gedaan. Zodoende kan met zekerheid worden vastgesteld of er sprake is van gewone neuspoliepen of van kwaadaardige neuspoliepen.